zondag 27 april 2014

Festival

Op paaszaterdag 19 april 2014 vond het jaarlijkse pencaksilatfestival plaats, georganiseerd door de Indonesische Ambassade in Den Haag. De locatie was het Museon. Tijdens dit festival waren er demonstraties te zien van verschillende pencaksilatscholen in Nederland. Het is geen wedstrijd, maar een bijeenkomst waarop ieder een bijdrage kan doen.

De aanvang was om 11.00u ’s morgens. Ik was gevraagd om de opening te doen: voor het festival begint, groet je iedereen die aanwezig is, waaronder ook de onzichtbaren. Dit doe je door middel van een loop in vier (wind)richtingen (noord, oost, zuid, west) terwijl je een keris bij je houdt. Een keris is een oud Indonesisch wapen in de vorm van een kort mes, waarvan wordt gezegd dat het mystieke krachten bezit. Het is een traditie om na de groet de keris over te dragen aan de organisator met de bedoeling dat het evenement goed zal verlopen.

Deze keer kon ik de opening echter niet doen. Een tijdje terug ben ik namelijk gevallen tijdens mijn dagelijkse rondje hardlopen in de tuin en heb ik mijn knie bezeerd. De knie was helemaal dik geworden en opgezwollen, dus ik kreeg therapie. Dat heeft echt geweldig geholpen, maar ik was nog niet in staat om zo veel te bewegen: dat zou te veel hebben gevergd. Aan de andere kant kan ik niet wachten tot ik weer alles kan doen, maar dat terzijde. De heer George de Groot, voorzitter van onze bond de NAPSI, heeft de opening gedaan en hij deed het heel goed.

Remco was als eerste aan de beurt bij de categorie verplichte lopen: jurus wajib (verplichte loop) tunggal (solo) en jurus wajib regu (groep). Mijn leerling Remco liep de solo: jurus wajib tunggal ongewapend en gewapend met mes en stok. En mijn leerlingen Gijs, Stephen en Marc deden met z’n drieën de groepsloop: jurus wajib regu. Dit zijn standaardlopen die vanuit Jakarta zijn samengesteld door de wereldbond van de pencak silat. De bedoeling is om eenheid te krijgen tussen de verschillende scholen. Dit omdat ieder eigen lesstof heeft: de ene school komt bijvoorbeeld uit Sumatra en de andere school uit Java, wat je leert is per school verschillend. Om toch een wedstrijdelement te krijgen waarbij ieder hetzelfde moet doen, zijn de standaardlopen samengesteld.

Het is alleen jammer dat er slechts vier performances van de verplichte lopen waren, waaronder twee van onze vereniging Permasit.

Daarna begon de categorie ‘jeugd’. We kregen ook een heerlijke lunch en goede koffie. Buiten het Museon was een grasveld waarop je kon trainen, dit zie je op de foto hierboven. Na de pauze startten de demo’s voor volwassenen en hier deden we ook weer aan mee. Aan het einde werden er als attractie wat mystieke oefeningen gedaan, zoals het breken van ijzer en het laten bewegen van een bamboe. Om vijf uur was het afgelopen.

Hadden we in het Museon al zo lekker gegeten, wilden de jongens snel weg, op naar Burger King. Met een portie twisterfrietjes sloten we deze culturele dag dus weer af. Ik vond het gezellig en was tevreden met hoe mijn jongens hebben gedemonstreerd.

zondag 9 maart 2014

Een heel bijzondere verjaardag



Op 1 maart 2014 bereikte ik de leeftijd van 86 jaar. Ik had verwacht mijn verjaardag rustig door te brengen. Maar het liep anders.

Omdat de verjaardag op een zaterdag viel, had ik twee taarten gehaald om te trakteren bij de training. Ook wilde ik aan het einde van de training graag een fotosessie doen in de zaal met onze traditionele kleding aan, als herinnering en om vast te leggen dat wij als vereniging PERMASIT aan het Oost-Javaanse spel Jago Tarong doen en dat wij ook de West-Javaanse Silat Tjimande Tari Kolot beoefenen.

Toevallig waren er op die dag ook examens, waardoor de training anders dan normaal was. We liepen een beetje uit met de fotosessie en zowaar kwam er ook een oud-leerling van mij langs met zijn gezin. En als klap op de vuurpijl, wat ik niet had verwacht, kreeg ik een prachtig cadeau: een hele grote fotolijst met onder andere foto’s van mijzelf, mijn oudere medeguru’s in Nederland en mijn leraar van de Silat Tjimande Tari Kolot!

Nadat we taart hadden gegeten, gingen we met een groep nog langs Mc D en na koffie te hebben gedronken namen we pas in de late middag afscheid. Er werd mij nog een hele fijne dag gewenst.

’s Avonds zou ik nog even gaan eten met een paar leerlingen uit Eindhoven, zo’n drie personen. Maar toen ik het restaurant binnenstapte, wist ik even niet wat ik zag: een hele grote tafel met allemaal leerlingen van mij! Zelfs degenen van wie ik ’s middags nog afscheid had genomen waren daar ook! Het was, om met de woorden van Corry Konings te zeggen: ‘een heel apart gevoel’. En ik kreeg tranen in mijn ogen.

Ik had nooit gedacht dat ik nog zo’n feestje voor mijn verjaardag zou hebben. Van 7 tot 11 uur in de avond hebben we samen gegeten. Later bleek dat mijn leerlingen al wekenlang via Whatsapp met elkaar hadden gecommuniceerd om deze avond en het cadeau te bewerkstelligen. Een van hen had hierin een groep gemaakt met mijn foto als logo. Ik ben er heel dankbaar voor en het geeft mij moed om door te gaan met de vereniging PERMASIT.

zondag 23 februari 2014

witte en zwarte haan

Sinds enige tijd verlang ik ernaar om terug te gaan naar Indonesië, in het bijzonder naar Gending, een plaats in Oost-Java dichtbij mijn geboorteplaats Probolinggo. Het hanenspel / Jago Tarong, de verdedigingskunst die ik al sinds mijn kinderjaren heb beoefend, komt hier vandaan, maar ik ben er al zo’n lange tijd niet geweest. Alsof het zo moest, kwam donderdag een oud-leerling van mij langs die ooit met mij in Gending is geweest.

Deze oud-leerling woont tegenwoordig met zijn gezin in Finland. Hij was lange tijd een bekend portier in Eindhoven. Veel mensen kennen hem nog, zijn naam is Bar-ché. Hij was altijd een fanatiek beoefenaar van het hanenspel en hij heeft steeds contact met mij gehouden. Deze week was hij voor een paar dagen overgekomen uit Finland, omdat hij hier een cursus zou leiden: 'Waarom irriteren we ons en hoe komen we er vanaf'. Hij gaf deze cursus vanuit een Tibetaans-Boeddhistische visie, hij is namelijk boeddhist. Als je meer wilt weten over hem, kun je met hem contact opnemen via http://www.fysioacusa.com . Hij is ook masseur.

Bar-ché gaf aan dat hij nog oude foto’s heeft van het hanenspel in Gending. Hij zou de foto’s inscannen en opsturen. Als dat lukt, ga ik ze ook op deze weblog plaatsen en wie weet, kan ik beoefenaars van de Jago Tarong in Gending terugvinden. Ik wil sowieso alles verzamelen, want in de tijd dat ik jong was, moesten we de verdedigingskunst stiekem beoefenen omdat het verboden werd door de Nederlanders. Het was op geen enkele wijze georganiseerd, laat staan dat er verenigingen waren. Dat je lid kon worden van een vereniging was pas na 1945, toen Indonesië zich losmaakte van Nederland. Er was helemaal niks vastgelegd in die tijd, daarom wil ik bewijzen verzamelen wat de Jago Tarong precies inhoudt.

Het schilderij waarmee Bar-ché hierboven op de foto staat heb ik gekregen in 1964, net voordat ik vertrok naar Nederland. Het schilderij staat voor mij symbool voor het hanenspel, de Jago Tarong. Een griffier genaamd Suwandi gaf het aan mij. Hij had het zelf geschilderd. De witte en zwarte haan op het schilderij vechten tegen elkaar, maar volgens Suwandi wint de witte haan altijd. Daarom is de witte boven de zwarte. De boodschap is: als je met goede bedoelingen strijdt, zul je uiteindelijk overwinnen. Hierover sprak ik dus met Bar-ché.

Bar-ché vulde aan dat wij allemaal eigenlijk zo’n witte en zwarte haan in ons hebben. Het is de kunst om naar de witte haan te luisteren en de juiste beslissingen te nemen en ons niet te laten domineren door negativiteit. In juni komt Bar-ché weer naar Nederland, maar dan voor twee weken. Ik verheug me alweer op zijn volgende bezoek.

zondag 26 januari 2014

zwarte band

Vandaag was ik bij Paguron Mande Muda Mawar Suci in Den Bosch, bij mijn goede vriend de heer Tulalessy. Hij is ook guru in de pencak silat en hij hield examens voor de graduatie pelatih: dit is de zwarte band in de Indonesische verdedigingskunst. Zie ook de website Paguron Mande Muda Mawar Suci

In de hoedanigheid van voorzitter van Stichting ASLI en als sesepuh (oudere guru) was ik aanwezig. Een andere sesepuh die ons vergezelde is de heer Theuvenet. Guru George de Groot, voorzitter van de NAPSI, was ook examinator. En er waren een paar leerlingen van mij van de vereniging PERMASIT als toeschouwer gekomen. Natuurlijk waren er nog meer toeschouwers, zoals familie en vrienden van de kandidaten.

Zo’n examen is niet niks. Het begon om 13.00u en eindigde om 16.00u. Er waren drie kandidaten die drie uur lang moesten laten zien wat ze konden: alle lopen en technieken passeerden de revue. Je moet dan onder andere denken aan gewapende en ongewapende technieken, demonstratievormen, weringen. En als klap op de vuurpijl kwam er een meditatieve test die bestond uit de volgende vier onderdelen:

Allereerst gingen ze in tweetallen een ijzeren stang buigen. De stang werd aan weerskanten op de keel gezet en het tweetal liep dan naar elkaar toe en het ijzer boog alsof het een rietje was.

Vervolgens gingen de kandidaten individueel op een meditatieve wijze bewegingen opvragen. Hierna lieten zij andere leerlingen een dierenstijl doen. Tenslotte moesten ze hun aanvaller op afstand ‘vastzetten’, zodat hij niet meer kon bewegen.

Meditatieve technieken moet je mijns inziens als guru kunnen uitvoeren, zoals ook wijlen guru Umarella dit kon. Jammer genoeg zijn er in Nederland maar weinig leraren die het geestelijke beheersen, maar dit terzijde.

Het vergt veel van je conditie om alles op één dag te doen. Een perfecte ademhaling is dan een must, evenals beheersing, zelfdiscipline, toewijding... De examenkandidaten zijn dan ook al tientallen jaren in de leer bij guru Tulalessy en meerdere malen naar Indonesië gereisd voor trainingen en demonstraties.


Wij als examinatoren waren zeer onder de indruk. Ik verbaas me er telkens weer over dat ‘Belanda’s’ (de kandidaten waren alledrie van Nederlandse komaf) dit kunnen doen. Dat ze zo ver kunnen gaan dat ze het ritme van de Indonesische muziek kunnen volgen en de bewegingen kunnen doen, tot aan de meditatieve oefeningen. Dit heb ik uitgesproken tijdens de uitreiking van de officiële certificaten, ondertekend door alle guru’s, Stichting ASLI en NAPSI.

Na het examen kregen we heerlijk te eten bij de familie Tulalessy. Ik ben blij en dankbaar dat er weer nieuwe zwarte banders zijn. En ik hoop dat zij de verdedigingskunst hun hele leven lang zullen blijven voortzetten en verbreiden.

zondag 5 januari 2014

vrijheidsstrijders

In 1948 werd ik toegelaten tot de politieschool voor hoofdagenten in Sukabumi. Hier kreeg ik mijn eerste contact met vrijheidsstrijders.

Een instructeur in Sukabumi genaamd Abas Wiranata Kusuma wist van mijn sentimenten voor de vrijheidsstrijders. Zijn broer was lid van ‘Siliwangi’, een elitedivisie op West-Java, genoemd naar een roemruchte heerser uit de 15e eeuw. Hij gaf mij het adres van een andere vrijheidsstrijder: Raden Indih, Jalan Gereja 8 in Bandung. Ik kon hem gaan bezoeken, want binnenkort zou ik met andere studenten een vakantietripje naar Bandung maken.


Raden Indih was al geslaagd op de politieschool en zijn dienst was in Bandung. Ik ging er alleen heen, zonder medeweten van mijn studiegenoten. De ontvangst door Raden Indih was goed. Toen was daar, in zijn huis, de bekende generaal Kosasih. Hij was toen nog geen generaal, maar adjudant van het Indonesische leger en lid van de elitedivisie  genaamd Siliwangi, op West-Java. Het gesprek was een kennismaking. Later, toen ik al in Nederland woonde, kwam ik Kosasih in Den Haag tegen op de Indonesische ambassade. Ik was verbaasd dat hij mij nog kende en zelfs ging omhelzen.

In juli 1949 slaagde ik voor de opleiding en ik werd gestationneerd in Tanjungkarang, Lampung. Ik kwam daar in plaats van een hoofdagent die neergeschoten was door Indonesische vrijheidsstrijders. Zijn naam was de heer Klein. In Lampung werd ik ontvangen door de heer H. van Ree als hoofdcommissaris. Een zekere Kowan, detachementscommandant algemene politie, zorgde voor de behuizing.

Eerst ging ik terug naar Surabaya om in het huwelijk te treden. Mijn vrouw had ik in het kamp in Tulong Agung ontmoet (http://phtonjes.blogspot.nl/2013/11/1945-1947.html) De reis van Tanjungkarang naar Surabaya duurde twee dagen. Met de boot naar Banten, van daar uit met de trein naar Surabaya. Na mijn huwelijk was ik intensief bezig om mij in te werken in Tanjungkarang.


Ik kwam veel met mensen in aanraking die verschillende lokale talen en dialecten spraken en zo leerde ik om deze talen ook te spreken. Van hoofdcommissaris Raden Mas Djoeki Mangoenredjodidjojo kreeg ik de naam Sanjoto om veilig het binnenland in en uit te komen.

Alle strijders waren in het binnenland. De Nederlanders en Indo's vonden het vreemd dat ik daar zomaar ontvangen werd, maar zij wisten niet dat ik hiervoor een geheime naam had gekregen. Als er werd aangekondigd dat Pak Sanjoto in aantocht was, wisten de binnenlandse strijdkrachten dat ik het was. Ik voelde mij volkomen veilig en was niet bang dat mij hetzelfde zou overkomen als mijn voorganger, de heer Klein.

zondag 29 december 2013

Kerstboodschap

Aangezien ik dit jaar met de kerstdagen een beetje droevig was, ben ik ze rustig doorgekomen. Zelfs de kersttoespraken van paus Franciscus en koning Willem-Alexander heb ik gemist, maar eigenlijk maakt me dat niet zo veel uit. De voorzitter en secretaris van mijn vereniging PERMASIT zijn naar het open huis van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar gegaan en hebben daar ook een kersttoespraak bijgewoond.

Bij prominenten (politici, staatshoofden, belangrijke personen) in Indonesië is het de gewoonte om bij feestdagen zoals Kerstmis en het Suikerfeest een ‘open house’ te organiseren. Iedereen is dan welkom om feest te vieren met als doel het creëren van saamhorigheid (hèt thema van de kersttoespraak van Willem-Alexander).

Op 26 december 2013 waren maar liefst 1.000 personen naar Wassenaar gekomen (bron: www.indonesia.nl), naar het huis van H.E. Retno LP Marsudi, de ambassadeur van Indonesië en haar echtgenoot. Er was een grote tent geplaatst bij het huis zodat er voor iedereen ruimte was. Een groot deel van het publiek was Indonesisch, maar er waren ook veel Nederlanders gekomen. De bijeenkomst begon met een gebed, gevolgd door de kersttoespraak van de ambassadeur.

Tijdens haar toespraak onderstreepte ambassadeur Marsudi de betekenis van Kerstmis als symbool van vrede, liefde en dankbaarheid. Ze vindt het belangrijk dat er religieuze verdraagzaamheid is en zij ziet dit ook binnen Indonesische gemeenschappen in Nederland. Een spreuk van Indonesië is namelijk 'eenheid in verscheidenheid'. Volgens de ambassadeur is dit te bereiken door middel van liefde en wederzijds respect.

Verder uitte zij haar dankbaarheid voor de doelen die in 2013 bereikt zijn tussen Nederland en Indonesië. In november 2013 heeft minister-president Mark Rutte met een handelsdelegatie Indonesië bezocht. Dit heeft onder andere geresulteerd in de lancering van een 'Joint Declaration on Comprehensive Parnership'. Nederland en Indonesië geven daarmee uiting aan hun streven naar een gelijkwaardig en toekomstgericht partnerschap.

Ook noemde de ambassadeur de Indonesische verkiezingen, die zullen worden gehouden in 2014, waarbij ze verwacht dat deze de democratie in Indonesië zullen bevestigen.


Ik heb begrepen dat hierna het feest ging losbarsten. Er was op vier plaatsen eten te krijgen en er werd volop aan poco-poco gedaan (Indonesische linedance die op geen enkel feest kan ontbreken). Mijn assistenten vonden dat de party goed geregeld was.

Toen ik vroeg of er ook andere pencak silat leraren en assistenten waren, vertelden ze dat ze die niet hadden gezien. Ik verbaasde mij, want het leek mij een mooie gelegenheid om elkaar te ontmoeten en een gevoel van saamhorigheid te krijgen. En ik had eigenlijk wel verwacht dat mijn medesesepuh Paatje Phefferkorn (91 jaar oud) wel aanwezig zou zijn. Want als er gedanst wordt, dan is hij meestal van de partij. Dus ik belde hem op. Hij zei dat hij van niks wist en dat hij graag had willen gaan. Met Godswil gaan we volgend jaar samen.

zondag 22 december 2013

Feestdagen

Haji Abdul Samad Umarella op 30 oktober 2013

De feestdagen van 2013 worden overschaduwd door droevige gebeurtenissen. Drie kennissen van mij zijn overleden, waaronder mijn goede vriend Haji Abdul Samad Umarella uit Ridderkerk, ook wel oom Sam genoemd. Hij was guru van de pencak silat vereniging Nusahitu Solemata.

Donderdagmiddag 19 december om 12.00u belde hij mij op, ik was onderweg naar de toko om boodschappen te doen. Ik zette mijn auto aan de kant. Hij klonk opgewekt, ook al was hij reeds enige tijd ziek: Hij leed aan diabetes en was hartpatiënt.

’s Avonds kreeg ik zijn goede vriend Jimmy Bax aan de lijn. Jimmy huilde en wist zich geen raad terwijl hij vertelde dat onze vriend Umarella was overleden. Ik was geschokt. Hoe kon dit? Zo spreek je hem aan de telefoon en een paar uur later is hij er niet meer.

Ik ben nog steeds verdrietig om het verlies van zo’n trouwe vriend. Ik kreeg zo veel geestelijke steun van hem. Hij adviseerde mij en stond altijd achter mij. Tijdens onze selamatan op 30 oktober had ik hem gevraagd om de maaltijd te openen met een gebed (zie blog 31 oktober). Hij is namelijk imam geweest en heeft ook de bedevaart naar Mekka gemaakt. Hij was dus haji. In zijn stad Ridderkerk leeft een kleine gemeenschap van Molukse moslims, waarin hij een belangrijke rol had. Het Ramadanjournaal interviewde hem en liet zien hoe hij met zijn familie de vastenmaand vierde: Ramadanjournaal NTR

Haji Umarella had ook geestelijke kunde. Hij liet op evenementen de zogeheten ‘bamboe gila’ zien, de gekke bamboe. Het is een Molukse traditie die ook wordt gedaan door mijn andere vriend, guru Tulalessy. Een aantal mannen houden dan een grote stam van bamboe vast. Hij blies met wierook in de holle bamboe en deze begon dan te bewegen, zo dat de mannen die hem vasthielden hem niet tegen konden houden en van links naar rechts slingerden. Iedereen die het niet geloofde, mocht het proberen.

Wat ik ook geweldig vond, was de cakalele dans die een aantal Molukse jongeren deden, waaronder zijn zoons. De laatste keer heb ik deze dans gezien op het festival van de ambassade van Indonesië in april 2013. Ook mijn leerlingen vonden het fantastisch.

Ik ben dus een van mijn belangrijkste medestanders kwijtgeraakt. Hij is 70 jaar oud geworden.